In gesprek met Kamerleden over jongeren in 2019  

Datum

4 december 2019

In gesprek met Kamerleden over jongeren in 2019  

Opgroeien met een chronische aandoening is complex. Dit vertelde voorzitter van het Jongerenpanel Zorg én Perspectief Femke van Zoggel aan de Kamerleden van de VVD, ChristenUnie, GroenLinks en PvdA tijdens het rondetafelgesprek over de kansen en belemmeringen van jongeren in 2019 in de Tweede Kamer op 2 december. Naar aanleiding van het rapport ‘Hoge Verwachtingen’ van het SER Jongerenplatform gingen verschillende jongeren van het SER Jongerenplatform, ISO, CNV Jongeren, JOB, Plattelandsjongeren en het Jongerenpanel in gesprek over wat de politiek kan doen om het verschil te maken voor de huidige generatie.

Femke liet de Kamerleden weten dat het Jongerenpanel zich herkent in de uitdagingen voor jongeren uit het SER-rapport. Hoewel er veel kansen zijn voor jongeren, wordt de weg naar zelfstandigheid steeds meer een hindernisbaan. Voor jongeren met een chronische aandoening geldt dit nog sterker: zij moeten het volwassen worden ook nog combineren met een chronische aandoening.

Een voorbeeld hiervan is de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt. Het is niet alleen moeilijk om aan werk te komen, het is ook lastig om duurzaam aan het werk te blijven. Waar 90,9% van de gezonde jongeren tussen 25 en 35 jaar werkt, is dat maar 51,9% van jongeren met een arbeidsbeperking. ‘Onlangs is zelfs gebleken dat de inkomenspositie en kans op een vast contract voor jongeren is verslechterd sinds de introductie van de Participatiewet. Geen hoopvolle cijfers’, aldus Femke. Naar aanleiding van de vragen van Kamerlid Gijs van Dijk van de PvdA laat Femke weten dat zij ook oplossingen ziet: ‘Jongeren moeten beter begeleid worden van onderwijs naar werk. Wie zien dat de Transitieroute of een jobcoach hier echt het verschil kan maken.’

Ten slotte deed Femke nog een oproep aan de Kamerleden: ‘Toets niet alleen hoe beleid invloed heeft op de jongerengeneratie, blijf ook vooral met jongeren zelf in gesprek. Zij kunnen u als geen ander vertellen waar zij tegenaan lopen én waar zij kansen zien.’